Wat is het effect van NPS?

Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) hebben verschillende effecten, afhankelijk van de categorie waartoe ze behoren. Hieronder een overzicht van de belangrijkste groepen en hun effecten:

1. Stimulerende middelen
Stimulerende middelen activeren het zenuwstelsel. Ze verhogen je hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur. Daarnaast kunnen ze je een gevoel van euforie, meer energie en alertheid geven.
Voorbeelden:

Deze drugs hebben deels vergelijkbare effecten als MDMA (XTC) en cocaïne.

2. Tripmiddelen
Tripmiddelen veranderen hoe je de wereld om je heen waarneemt. Tijd en ruimte kunnen anders aanvoelen, en hallucinaties zijn mogelijk, zoals intense kleuren en vervormde objecten. Effecten kunnen uiteenlopen van euforie en een gevoel van verbondenheid tot angst of verwarring. Voorbeelden:

  • 1P-LSD
  • 2C-T-7

​​​​​​​3. Dissociatieve middelen
Dissociatieven geven een gevoel van loskoppeling van je lichaam en omgeving. Dit kan ervoor zorgen dat je je vervreemd voelt van jezelf en de wereld om je heen. Bijwerkingen zijn vaak verwarring, geheugenverlies en een verstoorde tijdsbeleving.
Voorbeelden:

  • 2-FDCK
  • Methoxetamine (MXE)  

4. Synthetische cannabinoïden
Synthetische cannabinoïden bootsen de werking van THC (de werkzame stof in cannabis) na, maar zijn vaak veel krachtiger en daardoor risicovoller. Ze kunnen ontspanning en euforie geven, maar ook leiden tot angst, paranoia, hartkloppingen en onvoorspelbare effecten.
Voorbeeld:

  • Spice

​​​​​​​5. Verdovende middelen
Deze middelen werken rustgevend en pijnstillend. Ze verminderen angst en pijn, maar kunnen bij overdosering levensgevaarlijk zijn, bijvoorbeeld door ademhalingsproblemen.
​​​​​​​Voorbeelden:

  • Designer benzodiazepinen (designer benzo's)
  • Fentanyl-achtige stoffen