Alcoholische dranken verschillen in sterkte, waardoor het moeilijk is om precies te doseren. Bier bevat meestal zo'n 5% alcohol, wijn ongeveer 12% en wodka zo'n 40%. Elke drank heeft een ‘standaardglas’, wat helpt om de alcoholinname makkelijker en nauwkeuriger te bepalen. Hoe hoger het alcoholpercentage, hoe kleiner het glas, zodat je altijd ongeveer 10 gram alcohol binnenkrijgt.

Voor mannen verhoogt 1 standaardglas (bijvoorbeeld bier, wijn of andere drank) het alcoholpromillage met 0,2. Voor vrouwen is dit 0,3 promille per standaardglas.

Bij het inschenken van wijn thuis, schenken veel mensen meer dan de standaardhoeveelheid van 100 ml. Ook bij zelf gemixte dranken drink je vaak meer dan bijvoorbeeld in een bar. Speciaal bier bevat meestal meer alcohol, en de verpakkingen van bier zijn vaak groter dan een standaardglas. Het komt daardoor vaak voor dat mensen meer drinken dan ze denken.

Het effect van alcohol wordt voor het grootste deel bepaald door de hoeveelheid die je drinkt. Maar ook andere factoren spelen een rol, zoals:

• de snelheid van drinken
• lichaamsgewicht
• geslacht
• leeftijd
• hormonen
• gewenning
• lichamelijke gezondheid
• medicijngebruik
• of je maag vol of leeg is

Het duurt ongeveer 1,5 voor de lever om 1 standaardglas alcohol af te breken. Drink je 4 standaardglazen, dan duurt het 6 uur om deze alcohol volledig af te breken.