Alcohol - Werking
Feiten
Werking
De effecten van alcohol hangen sterk samen met het aantal glazen dat men drinkt. Naarmate men meer drinkt raken meer gebieden in de hersenen verdoofd door de alcohol. Wij gaan bij de onderstaande opsomming uit van standaardglazen.
Tot 3 glazen alcohol
De alcohol begint de voorkant, de prefrontale cortex, van de hersenen te verdoven. Hierdoor raakt men ontremd. Je wordt drukker en maakt makkelijker contact met andere mensen.
Tot 7 glazen alcohol
Het ontremmende effect van alcohol neemt verder toe. Mensen kunnen last krijgen van zelfoverschatting. De coordinatie van spieren neemt af, net als de reactiesnelheid. Het gezichtvermogen raakt ook beperkt, al heeft de gebruiker dit zelf niet door. Er treed tunnelzicht op doordat de buitenste delen van de oogzenuwen verdoofd raken.
Tot 15 glazen alcohol
Alle effecten treden nog sterker op. Er is sprake van sterke desorientatie gecombineerd met grenzeloze roekeloosheid. Men kan last krijgen van misselijkheid. Het geheugen werkt zeer slecht.
20 glazen of meer alcohol
Alle zintuigen zijn verdoofd. De ademhaling kan onderdrukt raken. Men kan een alcoholvergiftiging krijgen en in een coma raken.
De bovenstaande effecten zijn een indicatie. De ervaring leert dat er ook mensen zijn die veel heftiger reageren op alcohol dan ze verwachten. Lichaamsgewicht en geslacht speelt hierbij ook een rol. Vrouwen zijn meer onder invloed van dezelfde hoeveelheid alcohol dan mannen. Eén glas alcoholhoudende drank levert bij een vrouw 0,3 promille alcohol in het bloed en bij een man 0,2 promille. Dit komt omdat een man voor gemiddeld 60% uit lichaamsvocht (bloed) bestaat en voor een vrouw ligt dat rond 50%. En alcohol verdeelt zich over lichaamsvocht.
Het is ook duidelijk dat lichaamsgewicht een belangrijke rol speelt. Weeg je zwaarder dan heb je ook meer lichaamsvocht om de alcohol te verdelen. Een man van 100 kg. heeft 70 liter lichaamsvocht om de alcohol in te verdelen. Een man van 50 kg. slechts 35 liter.
Ook de gemoedstoestand, lichamelijke conditie, medicijngebruik, hormonale invloeden en of je een volle of lege maag hebt zijn van invloed op promillage en effect van alcohol.
De kater
De kater ontstaat door:
- vochtverlies
- aantasting van maagslijmvlies
- de werking van de afbraakproducten van alcohol
- de invloed van de zogenaamde foezelalcoholen.
Alcohol stimuleert de vochtafscheiding. Je verliest meer vocht dan je tot je neemt. Hierdoor krijg je een droge mond en een slap gevoel. Mensen moeten vaak naar de wc doordat alcohol er voor zorgt dat er minder ADH (anti-diuretisch hormoon) wordt afgegeven. Hierdoor is er minder waterreabsorptie in de nieren en dus meer vocht in de blaas waardoor je vaker en meer moet plassen.
Alcohol tast het slijmvlies in maag en darmen aan. Het slijmvlies raakt geïrriteerd en enigszins ontstoken. Hierdoor word je misselijk. Alcohol wordt afgebroken door de lever. Daarbij ontstaat een giftige stof (aceetaldehyde) die op zijn beurt ook weer afgebroken moet worden. Deze giftige stof zorgt ervoor dat je misselijk wordt en hoofdpijn krijgt.
Bij de bereiding van alcohol (chemische naam: ethyl -alcohol) ontstaan in zeer kleine hoeveelheden de zogenaamde foezelalcoholen. Ze zijn giftig en worden langzamer afgebroken dan gewone alcohol waardoor ze de volgende dag nog nawerken. Ook de foezelalcoholen zorgen voor het katereffect.
Lees over de Risico's van alcohol